Ziekmeldingen die niet helemaal kloppen. Het schuurt. Je twijfelt. En toch wil je het goed doen. Maar wat mag nou wel? Wat kun je beter laten? En hoe zorg je dat je er op tijd bij bent, zonder de mist in te gaan? Daarom een antwoord op veelgestelde vragen. Omdat jij niet de enige bent die ermee zit.
Laat ik meteen helder zijn: jij bent geen arts. Dus een medisch oordeel? Daar blijf je vanaf. Wat je wél mag doen: kijken naar het gedrag. Is er een patroon? Komt de ziekmelding steeds net voor lastige gesprekken of na negatieve feedback? Gaat iemand ‘ziek’ weg en post diezelfde dag een strandfoto op Instagram?
Het gaat niet om verdenken. Het gaat om signalen herkennen. En dan: het gesprek openen.
Sterker nog: dat móet je doen. Niet om te beschuldigen – dat werkt averechts – maar om duidelijk te maken dat verzuim bespreekbaar is. Vraag wat er speelt. Wat iemand nodig heeft. Wat zijn eigen kijk is op de situatie. Jij bent werkgever, geen rechercheur. Maar je mag wél leidinggeven.
Creëer een cultuur waarin mensen zich veilig voelen om dingen te zeggen vóórdat ze thuisblijven. Dat betekent: open communicatie, duidelijke verwachtingen, en serieus luisteren. Niet alleen bij de ziekmelding, maar juist daarvoor al. Want als ‘ziek zijn’ de makkelijkste manier is om even rust te krijgen, zit er iets mis in je organisatie. En dat los je niet op met een controlebezoek, maar met vertrouwen en structuur.
Een hele duidelijke: die is de enige – ik herhaal: de enige – die iets mag vinden van de medische kant. Jij niet. Je leidinggevende ook niet. De buurvrouw al helemaal niet. Heb je twijfels? Schakel de bedrijfsarts in. Maar blijf bij jouw rol: het gesprek over inzetbaarheid, motivatie en werkdruk. Dáár kun je wél invloed op uitoefenen.
Dat heet frequent verzuim. En nee, dat is niet verboden – maar wel zorgwekkend. Lees hier een blog die specifiek over frequent verzuim gaat. Het gaat vaak niet om die éne dag ziek, maar om het patroon.
Pak het vroegtijdig op. Vraag door. Niet op de man af (“Waarom ben je steeds ziek?”), maar open: “Wat kunnen wij doen om dit patroon te doorbreken?”
Zo leg je verantwoordelijkheid terug waar die hoort, zonder hard te worden.